Wat zijn de do’s and dont’s van aanraken?

Bij Annemarie

Aanraken is fijn, maar aanrakingen vallen niet altijd goed. Een ander waardeert bijvoorbeeld je goedbedoelde schouderklopje niet. Je kunt nooit helemaal voorkomen dat je aanraking verkeerd valt. Maar de kans op positief contact is groter als je deze do’s and don’ts van aanraken in acht neemt.

Marieke onderzocht* de taal van aanraken. Eerder schreef ze al over het belang van aanraken. Hoe fijn affectief fysiek contact ook kan zijn, het kan ook wel eens verkeerd uitpakken. Voorzichtigheid is geboden. Marieke: “Aanrakingen vallen niet altijd goed. Het hangt bijvoorbeeld af van de persoon en zijn levensgeschiedenis, het ziektebeeld en de relatie.”  Omdat ieder mens en iedere situatie uniek is zijn er geen richtlijnen of protocollen waarin staat wanneer wel of niet aan te raken. Marieke geeft de do’s and don’ts die je als zorgverlener (of als naaste) helpen om zo goed mogelijk in te schatten wanneer een aanraking gepast is:

Do’s:

  • Besef dat niet iedereen aanraken fijn vindt.
    De een is nu eenmaal meer fysiek ingesteld dan de ander. Als iemand niet zo van fysiek contact houdt kunnen er negatieve ervaringen aan ten grondslag liggen, bijvoorbeeld hechtingsproblemen in de vroege jeugd, verwaarlozing of seksueel misbruik. Dat is lang niet altijd het geval. Het is meestal veelzeggender hoe er in het gezin van herkomst met ‘lichamelijkheid’ is omgegaan.
  • Verdiep je in de ander.
    Hoe beter je iemands levensgeschiedenis kent, des te beter je kunt inschatten hoe je aanrakingen ontvangen gaan worden. Bedenk ook dat mensen kunnen veranderen, bijvoorbeeld door dementie. Marieke: “Ik ken mensen die vroeger nooit aangeraakt wilden worden en nu wel, en omgekeerd.”
  • Wees spontaan!
    Het werkt niet als je erover nadenkt: “Nu moet ik eens gaan aanraken.”
  • Tegelijkertijd kun je je wel afvragen waarom je de ander wil aanraken.
    Wil je troosten? Wil je helpen met het ontladen van emoties? Wil je contact maken? Veiligheid bieden? De ander nabij zijn?
  • Hou rekening met het ziektebeeld.
    Zo kan er bij hersenschade sprake zijn van ontremming. Iemand heeft dan moeite met het beheersen van impulsen. Dit kan leiden tot grensoverschrijdend gedrag. Iemand wordt dan bijvoorbeeld snel boos, of maakt seksueel ongepaste opmerkingen. Dit maakt aanraken complex. Daarnaast kan hersenletsel zorgen voor persoonsverwarring. Bij mensen met dementie komt dit geregeld voor. Je kunt je voorstellen dat fysiek contact ingewikkeld is als de ander denkt dat je hun echtgenote bent.
  • Respecteer elkaars grenzen.
    Iedereen heeft persoonlijke ruimte nodig. Let goed op hoe de ander het aanraken ervaart en stop als je signalen krijgt dat het niet gewaardeerd wordt. Bedenk hierbij dat oude of zieke mensen vaak niet zo goed zijn in het aangeven van hun grenzen. Stop ook als je het zelf niet fijn vindt.
  • Wees je bewust van de machtsongelijkheid.
    Die is er altijd, puur vanwege het feit dat jij degene bent die jonger en gezond is. Dat geldt vooral als je zorgverlener bent, omdat de ander dan afhankelijk is van jou. Aanrakingen kunnen door die ongelijkheid eerder als denigrerend, betuttelend of respectloos worden ervaren. Ondanks je goede bedoelingen.
  • Raak aan met aandacht, of raak niet aan.
    Marieke: “Het klinkt als een open deur maar ik noem ‘m toch.”
  • Wees heel voorzichtig met mensen die intens verdrietig zijn of rouwen.
    Bij deze mensen doet vaak álles zeer, ook het lijf. Aanrakingen kunnen dan pijnlijk zijn. Bovendien hebben personen die rouwen de neiging om zich terug te trekken. Je komt dan snel, met name als je niet tot de kring van naasten behoort, te dichtbij.
  • Als je de hand wilt vasthouden van iemand die op bed ligt, leg dan je eigen hand onderop.
    Zo kan die ander altijd de hand verplaatsen. Als je jouw hand bovenop legt, kan de ander geen kant op.
  • Het allerbelangrijkste is dat je als het ware goed in je eigen lijf woont.
    Veel mensen zitten namelijk erg in hun hoofd. Als je goed kunt voelen, ben je ook beter in het hanteren van lichaamstaal, waaronder aanraken. Je voelt dan beter aan wanneer een aanraking wenselijk en gepast is.

Dont’s:

  • Raak niet aan om je eigen behoeften aan lichamelijk contact te bevredigen.
    Marieke: “Ik zie dit veel mensen doen, meestal onbewust. Het gaat om de ander, niet om jou.”
  • Gebruik aanrakingen niet als ‘instrument’ om iets (sneller) voor elkaar te krijgen.
    Aanraken wordt dan manipuleren. Ook dit gebeurt vaak onbewust. Uit onderzoek blijkt dat mensen eerder geneigd zijn om mee te werken als ze aangeraakt worden. Ondanks dat ze meestal haarfijn aanvoelen dat de intentie van de aanraking niet zuiver is.
  • Overprikkel niet via aanrakingen.
    Zeker mensen met cognitieve problemen kunnen niet zo veel prikkels hebben. Overprikkeling kan agressie veroorzaken. Of de ander vlucht weg. Oude en zieke mensen zijn hiertoe fysiek meestal niet meer in staat zijn. Bij hen loop je de kans dat ze in zichzelf keren.
  • Respecteer iemands persoonlijke ruimte.
    Mensen kunnen agressief of apathisch worden, als ze het gevoel hebben dat je hun ‘territorium’ binnendringt. Door ziekte verlies je veel, zeker als je in een ziekenhuis of in een verpleeghuis verblijft. En als ze dan ook nog eens aan je lijf gaan zitten….
  • Raak geen huilende mensen aan.
    Dit kan ze het gevoel kan geven dat het huilen moet stoppen. Marieke: “Ik laat ze eerst op verhaal komen, vertellen wat er scheelt. Pas daarna kan er ruimte zijn voor een aanraking.” Een uitzondering hierop zijn mensen met dementie. Vaak is huilen bij hen een uiting van angst en onrust. Dan kan het juist helpen om ze via een aanraking eerst veiligheid te bieden, voordat je het gesprek aangaat.
  • Hou mensen die sterven niet letterlijk vast, zodat ze niet kunnen gaan.
    Ze hebben als taak het leven los te laten. Soms doen ze dat gemakkelijker als ze niet aangeraakt worden, hoewel er ook mensen zijn die juist rustiger worden van een aanraking. Let in ieder geval op dat aanraken geen ‘vastklampen’ wordt.

Tenslotte

Aanraken is vaak een kwestie van trial and error, voordat je weet hoe een ander erop reageert. Probeer vooraf wel zo goed mogelijk in te schatten hoe de ander op fysiek contact reageert om de kans te verkleinen dat het niet gewaardeerd wordt.

Lees ook: 

Huidhonger en nog 7 redenen om elkaar vaker aan te raken

Geschreven door Marieke Schoenmakers

* Bron: M. Schoenmakers (2013). Aanraken als eerste en als laatste taal. Literatuurstudie naar het aanraken van mensen met dementie door geestelijk verzorgers. Masterthesis Tilburg University.

Marieke Schoenmakers is geestelijk verzorger bij Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ). Hiervoor heeft ze vijf jaar in de ouderenzorg gewerkt. In haar blogs deelt ze informatie en ervaringen over wat ze meemaakt. Dat kun je hier lezen.

Wil je dit ook lezen?

We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van de website, gaan we er vanuit dat je hiermee instemt. Accepteer Lees meer